Alle vier de kinderen van Leonieke Boogaard (van origine docent biologie) bleken hoogbegaafd te zijn: ‘Vanaf het moment dat ik daarachter kwam, ben ik me actief gaan inzetten voor hoogbegaafdheid. Eerst via vereniging Pharos. Daarna heb ik de ECHA opleiding gedaan. Vervolgens hield ik mij op school bezig met het programma ‘Compacten en Verrijken’ en gaf huiswerkbegeleiding. Uiteindelijk ben ik voor mezelf begonnen. Op een gegeven moment begeleidde ik als vrijwilliger een hoogbegaafde jongen van Marokkaanse komaf (Anouar) bij de overstap van de basisschool naar de middelbare school. En kwam er zo achter waar hij allemaal tegenaan liep. Zo stond hij bijvoorbeeld een 9,5 voor Nederlands, maar moest op basis van zijn achternaam alsnog naar taalles komen. Anouar vertelt daarover in dit radioprogramma van NPO1, waarin ook Karim Amghar (schrijver en presentator) en Sima de Bruyn-Daoud aan het woord komen. Ook gaf ik les aan een voltijds HB-klas op een school in Amsterdam-Oost. Een overwegend ‘zwarte’ school, maar in de HB-klas op de tweede verdieping, zaten alleen ‘witte’ kinderen. Dat kan niet kloppen, dacht ik toen.’
Grote bewijsdrang
Via Erik van de Boom (AKA Erik Arbores), kwam Leonieke in contact met Sima de Bruyn-Daoud, tijdens een conferentie waar zij een workshop over hoogbegaafde leerlingen met een migratieachtergrond verzorgde. Sima: ‘Ik ben zelf Marokkaanse. Ik heb mijn hele schoolcarrière doorlopen in Nederland. Ik kon makkelijk leren en er werd bijvoorbeeld altijd gezegd: ‘Goh wat spreek je goed Nederlands!’ Ik was samen met mijn zusje een tijdlang de enige op de hele school met een niet-westerse achtergrond. Ik werkte heel hard op school en haalde hoge cijfers. Net als een blond meisje met blauwe ogen uit mijn klas. Zij kreeg vwo-advies, maar ik kreeg havo/vwo. Dat steekt. Zo jong als je bent voel je aan alles dat het ligt aan het feit dat je van andere komaf bent. Hierdoor ontstond er bij mij een grote bewijsdrang. Later kwam ik via mijn kinderen in contact met hoogbegaafdheid en richtte uiteindelijk stichting iQ+ op. Ik spreek ouders met hulpvragen van allerlei achtergronden, en ik begon te merken dat er veel verschil zit in hoe er in onderwijs en zorg wordt omgegaan met de problematiek. Het is vaak sowieso lastig om passend onderwijs voor deze kinderen geregeld te krijgen, maar bij kinderen met een migratieachtergrond moet je vaak eerst door nog een muur heen, als je aangeeft dat een kind mogelijk hoogbegaafd zou kunnen zijn. Vooral als er door gebrek aan aanbod en een onjuiste benadering gedragsproblemen zijn ontstaan. De focus ligt meestal op gedrag, alleen zie je dat bij deze kinderen een blik vooroordelen opengaat: het ligt aan de opvoeding, de cultuur en mogelijke taalproblemen.’ Leonieke vult aan: ‘Dyslexie wordt bij deze kinderen vaak ook niet herkend, het wordt meteen gegooid op een taalachterstand.’
Te laag schooladvies
Deze (voor)oordelen maken het bij kinderen met een migratieachtergrond vaak nóg lastiger om hoogbegaafdheid te (h)erkennen. Het onderadviseren is bij deze groep dan ook een groot probleem. Leonieke verwijst naar het PISA-onderzoek van 2018. De kansenongelijkheid is in Nederland sowieso heel groot, vindt zij. ‘Bij het adviseren kijkt men naar de migratieachtergrond, en of de ouders hoog of laagopgeleid zijn. De PO-Raad is overigens bezig deze procedures onder de loep te nemen, omdat er te veel wordt ondergeadviseerd. Ook vaak uit angst voor tegenvallende schoolresultaten, die afstralen op de kwaliteit van de school (de inspectie controleert op uitstroomniveau en slagingspercentage). Maar ondersteun een kind dan – als dat al nodig is – in plaats van lager te adviseren! We kennen zoveel mensen bij wie dit is gebeurd. Neem rapper Akwasi. Hele hoge Citoscores, maar kreeg vmbo-advies. De juf van Anouar zei in groep 8, toen hij aangaf naar het gymnasium te willen: ‘Zou je dat wel doen?’ Ook zien we dat bij deze groep IQ-tests veel lager uitpakken. Soms worden deze kinderen zelfs getest met als uitkomst ‘zwakbegaafd’. Dit wordt dan als bevestiging gezien van de verwachting en er wordt verder niet gekeken naar wat de reden zou kunnen zijn van zo’n uitkomst.’
Lage verwachtingen
Leonieke verwijst naar de documentaire Klassen. Als je lage verwachtingen hebt, zal een kind ook minder presteren. Zo krijg je een self fulfilling prophecy. Deze kinderen komen vast te zitten in de ‘ Prison of low expectations’, zoals Bowen Paulle, onderwijssocioloog en auteur van het boek ‘ Toxic schools’, beschreef. Ook verwijst ze nog naar de documentaireserie ‘ Karim pakt zijn kans’, waarin Karim Amghar de kansenongelijkheid in het onderwijs onderzoekt. Maar verwachtingen gelden ook andersom; als je hoge verwachtingen hebt, zal een kind ook beter presteren.
Symposium is pas het begin
Toen Leonieke en Sima elkaar ontmoetten, stond al snel vast dat ze dit onderwerp onder de aandacht wilden brengen. De kick-off van de campagne zouden ze eigenlijk doen tijdens het Festival van Talent, maar dit ging vanwege corona niet door. Zo ontstond het idee voor het online symposium in de Week van de Hoogbegaafdheid (van 6 t/m 14 maart 2021). Ze wisten een indrukwekkende lijst sprekers te verzamelen. Zo werden diverse professionals die zich met deze doelgroep bezighouden en zich inzetten voor meer kansen voor deze kinderen, met elkaar verbonden.
Naast Leonieke zelf waren dit Bart Vogelaar, (Begaafdheid bij kinderen met diverse culturele achtergronden), Lineke van Tricht (Gelijke kansen in het (hoog)begaafdenonderwijs) en Hülya Celik (De stap van herkenning en erkenning van biculturele hoogbegaafden).
Met dit symposium is hun werk om hoogbegaafdheid bij deze groep top of mind te krijgen bij iedereen die betrokken is rondom deze kinderen – waaronder het CJG bijvoorbeeld, leerkrachten én ouders – natuurlijk nog niet af. Zij hebben nog veel plannen om uit te voeren. Leonieke is bijvoorbeeld bezig met een boek over dit thema.Sima: ‘De campagne omvat een breed scala aan initiatieven om dit thema onder de aandacht te brengen. Wij werken momenteel aan een website die als kennisplatform moet gaan dienen en waar geïnteresseerden op de hoogte kunnen blijven van ontwikkelingen voor deze doelgroep.’
Ga uit van potentie, niet van achterstand
Wat zou helpen om het signaleren en herkennen van hoogbegaafdheid bij deze specifieke groep te verbeteren? Volgens Leonieke is het belangrijkste om oog te hebben voor de leersnelheid. ‘Bijvoorbeeld een vluchteling die na korte tijd de taal al kent. Houd er hierbij rekening mee dat deze kinderen geregeld een andere thuissituatie kennen dan je misschien gewend bent. Bijvoorbeeld dat de eerste in het gezin die Nederlands spreekt, vaak voor de hele familie vertaler is bij de huisarts. Dat kan een zware belasting zijn voor een kind. En dan krijg je op school op je kop omdat je je slecht concentreert…’ Sima vult aan: ‘Rekening houden met de achtergrond is prima, zolang je het niet tegen het kind gebruikt, maar juist in zijn of haar voordeel. Bijvoorbeeld: als een kind zonder hulp van ouders cognitief hoog presteert, dan heeft het bewezen het te kunnen. Wat je vaak ziet gebeuren is dat dan juist wordt gezegd: ‘Jij krijgt geen ondersteuning thuis, dus stroom maar een niveau lager in.’Kijk dus niet (alleen) naar wat je denkt te zien! Zet die bril af! Denk en handel niet op basis van vooroordelen, maar vertrouwen. Spreek naar het kind uit: ‘Dit kan jij! Ik heb vertrouwen in je.’ Ga niet uit van achterstanden, maar van potentie.’
Positieve rolmodellen
Volgens Sima en Leonieke kan ook Balans een bijdrage leveren om deze specifieke groep te helpen. Zo zeggen ze beiden dat het zien van goede rolmodellen heel belangrijk is: ‘Publiceer dus over succesverhalen. Neem de Stichting Durf te Dromen in Utrecht, opgericht door Redouan El Yaakoubi. Kinderen krijgen daar les van jongeren uit hun eigen wijk die het gemaakt hebben. Deze jongeren geven ook presentaties op scholen, om de mindset te veranderen. Scholen zouden ook moeten terugkrijgen hoe deze kinderen/jongeren zich later ontwikkelen. Kortom, laten we proberen om met andere ogen te kijken naar alle kinderen en ze niet alleen af te rekenen op behaalde resultaten. Kijk eens of ze nieuwe dingen heel snel oppikken, of ze onverwachte kennis hebben of laten zien dat ze heel creatief denken. Kijk ook eens welke verantwoordelijkheden ze hebben in de thuissituatie en probeer de lat hoog te leggen. Geef ze het voordeel van de twijfel, dus niet uit voorzichtigheid een lager advies geven. Geef ze vertrouwen in zichzelf en juist een hoog advies, zodat ze zich gezien voelen.’
De Koepel Hoogbegaafdheid is een samenwerkingsverband van de drie ouderverenigingen Pharos, Choochem en HINT Nederland. Met als missie: ‘Een samenleving waarin hoogbegaafden volop tot hun recht komen, waarin zij hun talenten goed kunnen ontplooien en kunnen rekenen op dezelfde kansen als alle andere burgers. ’De stichting iQ+ is een organisatie die zich inzet om de kennis en ervaring rondom hoogbegaafdheid te vergroten en het passend onderwijs voor deze kinderen te verbeteren. Dit doen zij onder andere door activiteiten te organiseren en ouders bij te staan. Ook hebben zij een aanbod voor hoogbegaafde kinderen die uitvallen of dreigen uit te vallen op school.
Dit interview met Sima de Bruyn-Daoud van stichting iQ+ en Leonieke Boogaard van de Koepel Hoogbegaafdheid (een samenwerkingsverband van drie ouderverenigingen omtrent hoogbegaafdheid), verscheen eerder in de nieuwsbrief van Balans van 1 juni 2021.